Iemand begint met een idee hoe dit uitgevoerd kan worden. Hij of zij zegt bijvoorbeeld: “We kunnen elkaar verplichten iedere dag iemand een compliment te geven.” De mensen de het eens zijn met het idee herhalen het idee als echo. In dit geval is het geen sterke echo omdat het idee maar door een iemand werd herhaald.
Een volgend iemand spreekt zijn idee uit in de wensput: “We nemen onszelf voor dat als je iets goed vind aan een ander dat je dat dan meteen zegt als het in je opkomt.” In dit geval is er een sterke echo te horen. Iedereen komt aan de beurt een idee in de wensput uit te spreken en te horen hoe sterk de echo klinkt. Het idee met de sterkste echo wint en kan worden uitgevoerd om de wens die de sterkste echo had uit te voeren.